Gebruikersvergunning
In de gebruiksvergunning staan duidelijke voorschriften met betrekking tot het optimaal voorkomen van de kans op brand, het beperken van de gevolgen van brand en het vluchten uit een gebouw als er brand is. De voorschriften worden, meestal op advies van de brandweer, bepaald door de gemeente. Deze voorschriften worden vertaald in de bouwkundige tekeningen en worden tevens als voorwaarden in de vergunning opgenomen.
De regels hiervoor zijn opgenomen in de gemeentelijke bouwverordening. De gebruiker van het pand draagt de belangrijke verantwoordelijkheid voor het veilig gebruik van een woon- of werkruimte. Daarom moet de gebruiker ook de gebruiksvergunning aanvragen.
Wanneer is een gebruiksvergunning nodig?
Niet in alle gevallen is een gebruiksvergunning nodig. Niet ieder bedrijf of instelling is immers vergunningsplichtig. De wet geeft aan dat er een gebruiksvergunning nodig is indien in een ruimte:
v meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zijn (denk aan kantoren, restaurants, buurthuizen, etc),
v bedrijfsmatig gevaarlijke stoffen worden opgeslagen die brandbaar of brandbevorderend zijn (zoals garages),
v waar aan 10 of meer personen bedrijfsmatig verzorging wordt verleend (zoals ziekenhuizen, hotels en pensions),
v waar aan meer dan 10 kinderen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 geestelijk gehandicapten opvang wordt verleend. (zoals kinderdagverblijven, basisscholen, peuterzalen),
v waar bejaarden gehuisvest zijn (zoals verzorgingstehuizen), volgens de wet op de bejaardenoorden.